pH, GH en KH zijn veelgebruikte termen in de aquariumhobby, maar zorgen vaak voor verwarring. Wat betekenen ze precies en hoe beïnvloeden ze vissen en garnalen? Deze praktische gids legt de verschillen uit, wanneer je moet testen en hoe je deze waarden kunt aanpassen.
pH (zuurgraad) in het aquarium
Met een pH-meting bepaal je de zuurgraad van het water. De pH-schaal loopt van 0 tot 14, waarbij 7 neutraal is. Waarden onder de 7 zijn zuur (zoals azijn), waarden boven de 7 zijn basisch (zoals zeep). Puur water heeft een pH van 7.

Ideale pH-waarde
De meeste zoetwatervissen gedijen bij een pH van 6,5 tot 8,0. Zuid-Amerikaanse vissen en Caridina-garnalen prefereren een lagere pH, terwijl cichliden en levendbarenden hogere pH-waarden verdragen. Zorg dat je dieren bij elkaar houdt die gelijkaardige pH-behoeften hebben.
Meten van pH
Gebruik een teststrip om snel de pH te meten. Test regelmatig, bijvoorbeeld tijdens waterwissels of bij gezondheidsproblemen van je vissen. Let op: de pH schommelt natuurlijk over de dag, dus streef naar een stabiele waarde zonder plotselinge veranderingen.
pH aanpassen
Om de pH te verlagen kun je CO₂ toevoegen, over turf filteren of pH Min gebruiken. Om de pH te verhogen, voeg je kalkhoudende stenen of basisch water toe of gebruik je een pH Plus-product.
KH in het aquarium
De KH (carbonaathardheid) geeft aan hoeveel bicarbonaten aanwezig zijn en bepaalt de buffercapaciteit van het water. Een hoge KH stabiliseert de pH, een lage KH maakt deze gevoelig voor schommelingen.

Ideale KH-waarde
Een gemiddelde KH ligt tussen 4–8 dKH (70–140 ppm). Voor vissen of garnalen die zacht water prefereren, kan de KH lager zijn (0–3 dKH). Cichliden hebben liever een hogere KH (10+ dKH).
Meten van KH
Gebruik een teststrip voor een snelle controle. Test bij elke waterwissel en als je pH-schommelingen vermoedt. Blijf boven 2 dKH om risico’s op plotselinge pH-dalingen te vermijden, tenzij je bewust zacht water kweekt.
KH aanpassen
KH verlagen kan met osmosewater, turf of gefilterd regenwater. Verhogen kan met KH Plus.
GH in het aquarium
GH (totale hardheid) meet de hoeveelheid opgeloste mineralen, zoals calcium en magnesium. Deze stoffen zijn essentieel voor de ontwikkeling van vissen, garnalen, kreeften, slakken en planten.

Ideale GH-waarde
De meeste zoetwateraquaria hebben een GH van 4–8 dGH (70–140 ppm). Soorten zoals cichliden en levendbarenden hebben liever hard water, terwijl discusvissen en zachtewatersoorten baat hebben bij lagere GH (rond 3 dGH of lager).
Meten van GH
Gebruik teststrips om GH te meten, vooral wanneer je groeiproblemen of vervellingsproblemen opmerkt. Symptomen van lage GH-waarden zijn onder meer trage groei, zwakke kleur, problemen met vervellen en slakken met beschadigde huisjes.
GH aanpassen
Een te hoge GH kun je verlagen met osmosewater of regenwater. Om de GH te verhogen gebruik je GH Plus.
Hoe pH, KH en GH samenhangen
Deze drie parameters zijn onderling verbonden. KH beïnvloedt direct de stabiliteit van de pH, terwijl GH meer zegt over de totale mineralen in het water. Een verandering in de ene waarde heeft daarom vaak effect op de andere.

Kalksteen bevat bijvoorbeeld calciumcarbonaat, wat zowel GH (calciumionen) als KH (carbonaten) verhoogt. Wil je enkel GH verhogen, gebruik dan middelen die uitsluitend calcium en magnesium bevatten, zonder carbonaten.
In de natuur daalt pH meestal met de tijd door verzuring. Een hogere KH helpt die verzuring te bufferen. Stoffen zoals eikenbladextract verlagen de pH juist door KH af te breken.
Of je nu beginner of ervaren aquariaan bent: controleer regelmatig pH, KH en GH om je aquarium stabiel en gezond te houden. Preventief meten voorkomt veel problemen.